Alles in de molen zit onder een dun laagje bloem, inclusief molenaar George Pijnappel zelf. De witte vlekken en vegen op zijn shirt verraden dat hij vanochtend al aan het werk is geweest. Biologisch tarwe ratelt uit de silo’s naar beneden. Het geluid van de molenstenen overstemt bijna zijn verhaal.
George werkt al sinds zijn zestiende in de molen. Tegenwoordig samen met zijn twee collega’s Simon Goossens en Peter Rotink. Drie koppels molenstenen, drie mannen. Samen verwerken ze de kilo’s graan die hier binnenkomen. Biologische tarwe staat met stip bovenaan. Maar ook rogge, gerst, haver, boekweit, maïs, rijst en spelt verdwijnt tussen de maalstenen. Zo’n 65 procent van de granen is biologisch. George: “Daar kwam de afgelopen jaren steeds meer vraag naar, vandaar dat we nu meer biologische soorten malen. Spelt was ook een hype. We hebben emmertarwe geprobeerd maar dat wasnie wat .”
De mannen doen het niet voor de eer. Slechts een klein deel van het meel komt rechtstreeks bij mensen thuis terecht. Dat het meel voor het biologische speltbrood bij een willekeurige bakker in Amsterdam hier in Vragender is gemalen, weet bijna niemand. Terwijl de smaak van het brood toch voor een groot deel aan de molenaar is te danken.
Het hele verhaal lezen? Download de pdf! Meel van de molen
Een bijzonder culinair verhaal? Neem contact met mij op, ik schrijf het graag!